Posts tonen met het label Les bienfaits de la lune-De weldaden van de maan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Les bienfaits de la lune-De weldaden van de maan. Alle posts tonen

donderdag 10 juli 2014

De weldaden van de maan

De Maan, die de grilligheid zelve is, keek door het venster in de wieg waar jij lag te slapen, en zei bij zichzelf: 'Dat kind bevalt me.'

En zij daalde zachtjes haar trap van wolken af en gleed geluidloos door de ruiten. Toen strekte zij zich over je uit met de soepele tederheid van een moeder en gaf je gezicht haar kleuren mee. Je ogen zijn er groen van gebleven en je wangen uitzonderlijk bleek. Door deze bezoekster aan te kijken werden je ogen zo vreemd groot; en zij kneep zo teder je keel dicht, dat de lust om te huilen je voor altijd is bijgebleven.

Intussen vulde de Maan in haar uitbundige vreugde heel de kamer als een fosforachtige damp, als een lichtgevend gif; en al dat levende licht dacht en zei: 'Je zult eeuwig de invloed van mijn kus ondergaan. Je zult mooi zijn op mijn manier. Je zult beminnen wat ik liefheb en wat mij liefheeft: het water, de wolken, de stilte en de nacht, de onmetelijke groene zee, het vormloze en veelvormige water, de plaatsen waar je niet bent, de minnaar die je niet kent, monsterlijke bloemen, geuren die uitzinnig maken, katten die op de piano in zwijm liggen en met hun zachte en hese stem kreunen als vrouwen!

En je zult bemind worden door wie mij beminnen, jou zal het hof worden gemaakt door wie mij het hof maken. Je zult de koningin zijn van de mannen met groene ogen, wier keel ik ook heb dichtgeknepen in mijn nachtelijke liefkozingen: zij die houden van de zee, van de onmetelijke, woelige en groene zee, van het vormloze en veelvormige water, van de plaats waar ze niet zijn, van de vrouw die ze niet kennen, van duistere bloemen die op wierookvaten van een onbekende religie lijken, van geuren die de wil verlammen, en van wilde en wellustige dieren die de symbolen zijn van hun zonderlinge hartstocht.'

En daarom, mijn vervloekte, lieve, verwende kind, lig ik nu aan je voeten en zoek in heel je wezen de afspiegeling van de gevreesde Godin, de onheilspellende peetmoeder, de gifmengende voedster van alle maanzieken.



Les bienfaits de la lune

La Lune, qui est le caprice même, regarda par la fenêtre pendant que tu dormais dans ton berceau, et se dit: 'Cette enfant me plaît. '

Et elle descendit moelleusement son escalier de nuages et passa sans bruit à travers les vitres. Puis elle s'étendit sur toi avec la tendresse souple d'une mère, et elle déposa ses couleurs sur ta face. Tes prunelles en sont restées vertes, et tes joues extraordinairement pâles. C'est en contemplant cette visiteuse que tes yeux se sont si bizarrement agrandis; et elle t'a si tendrement serrée à la gorge que tu en as gardé pour toujours l'envie de pleurer.

Cependant, dans l'expansion de sa joie, la Lune remplissait toute la chambre comme une atmosphère phosphorique, comme un poison lumineux; et toute cette lumière vivante pensait et disait: 'Tu subiras éternellement l'influence de mon baiser. Tu seras belle à ma manière. Tu aimeras ce que j'aime et ce qui m'aime: l'eau, les nuages, le silence et la nuit; la mer immense et verte; l'eau informe et multiforme; le lieu où tu ne seras pas; l'amant que tu ne connaîtras pas; les fleurs monstrueuses; les parfums qui font délirer; les chats qui se pâment sur les pianos et qui gémissent comme les femmes, d'une voix rauque et douce!

'Et tu seras aimée de mes amants, courtisée par mes courtisans. Tu seras la reine des hommes aux yeux verts dont j'ai serré aussi la gorge dans mes caresses nocturnes; de ceux-là qui aiment la mer, la mer immense, tumultueuse et verte, l'eau informe et multiforme, le lieu où ils ne sont pas, la femme qu'ils ne connaissent pas, les fleurs sinistres qui ressemblent aux encensoirs d'une religion inconnue, les parfums qui troublent la volonté, et les animaux sauvages et voluptueux qui sont les emblèmes de leur folie. '

Et c'est pour cela, maudite chère enfant gâtée, que je suis maintenant couché à tes pieds, cherchant dans toute ta personne le reflet de la redoutable Divinité, de la fatidique marraine, de la nourrice empoisonneuse de tous les lunatiques.