Posts tonen met het label La fausse monnaie-Het valse geld. Alle posts tonen
Posts tonen met het label La fausse monnaie-Het valse geld. Alle posts tonen

donderdag 10 juli 2014

Het valse geld

Toen wij de tabakszaak verlieten, begon mijn vriend zorgvuldig zijn geld te sorteren. In de linkerzak van zijn vest liet hij kleine gouden munten glijden; in de rechter kleine zilveren munten; in de linkerzak van zijn broek een hoop tweestuiverstukken en ten slotte in zijn rechterzak een zilverstuk van twee frank, dat hij met bijzondere aandacht had bestudeerd.

'Een opmerkelijke en zorgvuldige onderverdeling!' zei ik bij mezelf.

We ontmoetten een arme man, die ons bevend zijn pet voorhield. - Ik ken niets wat me meer verontrust dan de zwijgende welsprekendheid van die smekende ogen, waarin voor iemand die daarvoor gevoelig is zoveel nederigheid en tegelijk zoveel verwijt te lezen is. Het lijkt op dat onpeilbaar gecompliceerde gevoel dat men aantreft in de klagende ogen van honden die geslagen worden.

De gift van mijn vriend was aanzienlijk groter dan de mijne, wat me deed opmerken; 'Je hebt gelijk. Na het plezier zich te verbazen bestaat er geen groter genoegen dan iemand een verrassing te bezorgen.' - 'Het was het valse muntstuk,' antwoordde hij doodgemoedereerd, alsof hij zijn verkwisting wilde goedpraten.

Maar in mijn ongelukkige brein, dat altijd bezig is verder te zoeken dan nodig is (een vermoeiende eigenschap die ik van nature heb meegekregen), kwam plotseling de gedachte op dat een dergelijk gedrag van mijn vriend alleen maar goed te praten was door het verlangen om in het leven van die arme drommel iets belangrijks te laten gebeuren. Misschien ging het hem er wel om de diverse funeste of andersoortige gevolgen te leren kennen, die een valse munt in de handen van een bedelaar kan veroorzaken. Kon ze niet een veelvoud aan echte munten opleveren? Maar kon ze hem ook niet in de gevangenis brengen? Een kroegbaas bijvoorbeeld of een bakker zou hem misschien laten arresteren als valsemunter of als iemand die vals geld in omloop brengt. Maar evengoed kon de valse munt voor een kleine arme speculant het begin zijn van een kortstondige rijkdom. En zo ging mijn fantasie maar door de gedachten van mijn vriend de vrije loop te laten en alle mogelijke gevolgtrekkingen te doen uit alle mogelijke veronderstellingen.

Maar hij verbrak ruw mijn gepeins door mijn eigen woorden te herhalen: 'Ja, je hebt gelijk; er is geen zoeter genoegen dan een mens te verrassen door hem meer te geven dan hij verwacht.'

Ik keek hem recht in de ogen en zag tot mijn verbijstering dat er een onmiskenbare oprechtheid uit straalde. Ik begreep toen duidelijk dat hij tegelijk de weldoener had willen uithangen en goede zaken doen; veertig stuivers én Gods goedgunstigheid verdienen; het paradijs economisch in de wacht slepen; kortom, gratis een brevet van liefdadigheid bemachtigen. Ik zou hem bijna het verlangen naar het misdadige genoegen, waartoe ik hem zojuist nog in staat achtte, vergeven. Ik zou het bijzonder en opmerkelijk hebben gevonden dat hij er vreugde aan beleefde armen in de problemen te brengen. Maar ik zal hem nooit zijn dwaze berekening vergeven. Het is nooit goed te praten dat men slecht is, maar het heeft een zekere verdienste als men weet dat men het is. En de meest onverbeterlijke ondeugd is daarin gelegen, dat men het kwade doet uit domheid.





La fausse monnaie

Comme nous nous éloignions du bureau de tabac, mon ami fit un soigneux triage de sa monnaie; dans la poche gauche de son gilet il glissa de petites pièces d'or; dans la droite, de petites pièces d'argent; dans la poche gauche de sa culotte, une masse de gros sols, et enfin, dans la droite, une pièce d'argent de deux francs qu'il avait particulièrement examinée.

'Singulière et minutieuse répartition!' me dis-je en moi-même.

Nous fîmes la rencontre d'un pauvre qui nous tendit sa casquette en tremblant. — Je ne connais rien de plus inquiétant que l'éloquence muette de ces yeux suppliants, qui contiennent à la fois, pour l'homme sensible qui sait y lire, tant d'humilité, tant de reproches. Il y trouve quelque chose approchant cette profondeur de sentiment compliqué, dans les yeux larmoyants des chiens qu'on fouette.

L'offrande de mon ami fut beaucoup plus considérable que la mienne, et je lui dis: 'Vous avez raison; après le plaisir d'être étonné, il n'en est pas de plus grand que celui de causer une surprise. — C'était la pièce fausse', me répondit-il tranquillement, comme pour se justifier de sa prodigalité.

Mais dans mon misérable cerveau, toujours occupé à chercher midi à quatorze heures (de quelle fatigante faculté la nature m'a fiait cadeau!), entra soudainement cette idée qu'une pareille conduite, de la part de mon ami, n'était excusable que par le désir de créer un événement dans la vie de ce pauvre diable, peut-être même de connaître les conséquences diverses, funestes ou autres, que peut engendrer une pièce fausse dans la main d'un mendiant. Ne pouvait-elle pas se multiplier en pièces vraies? Ne pouvait-elle pas aussi le conduire en prison? Un cabaretier, un boulanger, par exemple, allait peut-être le faire arrêter comme faux-monnayeur ou comme propagateur de fausse monnaie. Tout aussi bien la pièce fausse serait peut-être, pour un pauvre petit spéculateur, le germe d'une richesse de quelques jours. Et ainsi ma fantaisie allait son train, prêtant des ailes à l'esprit de mon ami et tirant toutes les déductions possibles de toutes les hypothèses possibles.

Mais celui-ci rompit brusquement ma rêverie en reprenant mes propres paroles: 'Oui, vous avez raison; il n'est pas de plaisir plus doux que de surprendre un homme en lui donnant plus qu'il n'espère. '

Je le regardai dans le blanc des yeux, et je fus épouvanté de voir que ses yeux brillaient d'une incontestable candeur. Je vis alors clairement qu'il avait voulu faire à la fois la charité et une bonne affaire; gagner quarante sols et le cœur de Dieu; emporter le paradis économiquement; enfin attraper gratis un brevet d'homme charitable. Je lui aurais presque pardonné le désir de la criminelle jouissance dont je le supposais tout à l'heure capable; j'aurais trouvé curieux, singulier, qu'il s'amusât à compromettre les pauvres; mais je ne lui pardonnerai jamais l'ineptie de son calcul. On n'est jamais excusable d'être méchant, mais il y a quelque mérite à savoir qu’ 'on l'est; et le plus irréparable des vices est de faire le mal par bêtise.