Posts tonen met het label La solitude-De eenzaamheid-. Alle posts tonen
Posts tonen met het label La solitude-De eenzaamheid-. Alle posts tonen

donderdag 10 juli 2014

De eenzaamheid

Een filantropische journalist vertelt me dat eenzaamheid slecht is voor de mens, en om zijn stelling kracht bij te zetten haalt hij, zoals alle ongelovigen, woorden van de Kerkvaders aan.

Ik weet dat Satans voorkeur uitgaat naar plaatsen die dor en onvruchtbaar zijn en dat de Geest van moord en bandeloosheid wonderwel ontvlamt in eenzaamheid. Maar misschien is het zo dat deze eenzaamheid slechts gevaarlijk is voor de ledige en dolende ziel die de verlatenheid bevolkt met haar eigen hartstochten en hersenschimmen.

Het is zeker dat een praatgrage persoon wiens opperste genoegen erin bestaat hoog vanaf kansel of preekgestoelte te oreren, op Robinsons eiland het risico zou lopen volledig krankzinnig te worden. Ik eis niet dat mijn journalist de onverschrokken deugden van Crusoë bezit, maar ik vraag hem wel geen beschuldigingen te uiten jegens hen die de eenzaamheid en het mysterie liefhebben.

Er zijn in ons praatzieke ras individuen die met minder afschuw de doodstraf zouden ondergaan, als het hun was toegestaan vanaf het scha­vot een omstandige redevoering af te steken, zonder te hoeven vrezen dat de trommelslagers van Santerre* hun voortijdig het woord benemen.

Ik beklaag ze niet, omdat ik vermoed dat hun retorische ontboezemingen hun hetzelfde genot verschaffen als anderen beleven aan eenzaamheid en stille overpeinzing. Maar ik veracht ze.

Ik verlang vooral dat mijn vermaledijde journalist mij toestaat me te vermaken op mijn manier. 'U voelt dus nooit de behoefte uw genietingen met anderen te delen?' zegt hij op nasale en zeer apostolische toon. Ziet u op wat voor subtiele manier hij afgunstig is? Hij weet dat ik zijn genietingen minacht en dan mengt die weerzinwekkende feestverstoorder zich slinks in de mijne!

'Dat grote tekort niet alleen te kunnen zijn...!' zegt La Bruyère* ergens, als om allen te beschamen die erop uit zijn in de massa vergetelheid te zoeken, omdat ze waarschijnlijk vrezen de confrontatie met zichzelf niet te kunnen verdragen.

'Bijna al onze ellende komt daaruit voort dat wij niet rustig in onze kamer kunnen blijven,' zegt een andere wijze, Pascal* geloof ik, en zo roept hij alle verdwaasden naar de meditatiecel terug, die nu hun geluk zoeken in het gewoel, in een soort prostitutie die ik broederschappelijk zou kunnen noemen, als ik de mooie taal van mijn tijd zou willen spreken.




Noten
Santerre: Antoine Joseph Santerre (1752-1809) begeleidde Lodewijk xvi naar het schavot. Hij gaf zijn trommelslagers bevel de afscheidstoespraak van de koning af te breken.
La Bruyère: Jean de la Bruyère (1645-1696), Frans moralist. Baudelaire citeert hier uit zijn bekende werk Les caractères (1688).
Pascal: Blaise Pascal (1623-1662), filosoof, wiskundige en schrijver. Baudelaire citeert hier uit de paragraaf over de verstrooiing uit de Pensees van Pascal.

La solitude 

Un gazetier philanthrope me dit que la solitude est mauvaise pour l'homme; et à l'appui de sa thèse, il cite, comme tous les incrédules, des paroles des Pires de l'Eglise.

Je sais que le Démon fréquente volontiers les lieux arides, et que l'Esprit de meurtre et de lubricité s'enflamme merveilleusement dans les solitudes. Mais il serait possible que cette solitude ne fût dangereuse que pour l'âme oisive et divagante qui la peuple de ses passions et de ses chimères.

Il est certain qu'un bavard, dont le suprême plaisir consiste à parler du haut d'une chaire ou d'une tribune, risquerait fort de devenir fou furieux dans l'isle de Robinson. Je n'exige pas de mon gazetier les courageuses vertus de Crusoé, mais je demande qu'il ne décrète pas d'accusation les amoureux de la solitude et du mystère.

Il y a dans nos races jacassières des individus qui accepteraient avec moins de répugnance le supplice suprême, s'il leur était permis de faire du haut de l'échafaud une copieuse harangue, sans craindre que les tambours de Santerre ne leur coupassent intempestivement la parole.

Je ne les plains pas, parce que je devine que leurs effusions oratoires leur procurent des voluptés égales à celles que d'autres tirent du silence et du recueillement; mais je les méprise.

Je désire surtout que mon maudit gazetier me laisse m'amuser à ma guise. "Vous n'éprouvez donc jamais, - me dit-il, avec un ton de nez très apostolique, - le besoin de partager vos jouissances ?" Voyez-vous le subtil envieux ! Il sait que je dédaigne les siennes, et il vient s'insinuer dans les miennes, le hideux trouble-fête !

"Ce grand malheur de ne pouvoir être seul !..." dit quelque part La Bruyère, comme pour faire honte à tous ceux qui courent s'oublier dans la foule, craignant sans doute de ne pouvoir se supporter eux-mêmes.

"Presque tous nos malheurs nous viennent de n'avoir pas su rester dans notre chambre", dit un autre sage, Pascal, je crois, rappelant ainsi dans la cellule du recueillement tous ces affolés qui cherchent le bonheur dans le mouvement et dans une prostitution que je pourrais appeler fraternitaire, si je voulais parler la belle langue de mon siècle.