Posts tonen met het label Laquelle est la vraie?-Wie is de echte?. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Laquelle est la vraie?-Wie is de echte?. Alle posts tonen

donderdag 10 juli 2014

Wie is de echte?

Ik heb een zekere Benedicta gekend, die de atmosfeer van ideaal vervulde en wier ogen het verlangen uitstraalden naar grootheid, naar schoonheid, naar gelukzaligheid en naar alles wat in onsterfelijkheid doet geloven.

Maar dat wonderbaarlijke meisje was te mooi om lang te leven; zij stierf dan ook enkele dagen nadat ik haar had leren kennen. En ikzelf heb haar begraven, op een dag dat de lente haar wierookvat tot op de kerkhoven zwaaide. Ik heb haar begraven, goed verzegeld in een doodskist van geurend en duurzaam hout, waar kisten uit Indië van gemaakt zijn.

En toen mijn ogen gevestigd bleven op de plek waar mijn schat lag verborgen, zag ik plotseling een persoontje dat een bijzondere gelijkenis vertoonde met de overledene, en dat met hysterische en ongewone heftigheid op de verse aarde stampte terwijl zij schaterlachend zei: 'Ik ben de echte Benedicta! Ik ben het, een geweldig loeder! En als straf voor je dwaasheid en je verblinding zul je van me houden zoals ik ben!'

Maar ik antwoordde woedend: 'Nee! Nee! Nee!' En om mijn weigering kracht bij te zetten stampte ik zo hevig met mijn voet op de grond, dat ik met mijn been tot aan de knie wegzakte in het vers gedolven graf en, als een wolf in de val, voor altijd misschien vast blijf zitten in de grafkuil van het ideaal.




Laquelle est la vraie?

J'ai connu une certaine Bénédicta, qui remplissait l'atmosphère d'idéal, et dont les yeux répandaient le désir de la grandeur, de la beauté, de la gloire et de tout ce qui fait croire à l'immortalité.

Mais cette fille miraculeuse était trop belle pour vivre longtemps; aussi est-elle morte quelques jours après que j'eus fait sa connaissance, et c'est moi-même qui l'ai enterrée, un jour que le printemps agitait son encensoir jusque dans les cimetières. C'est moi qui l'ai enterrée, bien close dans une bière d'un bois parfumé et incorruptible comme les coffres de l'Inde.

Et comme mes yeux restaient fichés sur le lieu où était enfoui mon trésor, je vis subitement une petite personne qui ressemblait singulièrement à la défunte, et qui, piétinant sur la terre fraîche avec une violence hystérique et bizarre, disait en éclatant de rire: 'C'est moi, la vraie Bénédicta! C'est moi, une fameuse canaille! Et pour la punition de ta folie et de ton aveuglement, tu m'aimeras telle que je suis!'

Mais moi, furieux, j'ai répondu: 'Non! Non! Non!' Et pour mieux accentuer mon refus, j'ai frappé si violemment la terre du pied que ma jambe s'est enfoncée jusqu'au genou dans la sépulture récente, et que, comme un loup pris au piège, je reste attaché, pour toujours peut-être, à la fosse de l'idéal.